hekwerk
Nederlands
Woordafbreking
- hek·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hek en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hekwerk | hekwerken |
verkleinwoord | hekwerkje | hekwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
hekwerk o [1]
- het geheel van staven etc. waardoor een hek wordt gevormd, rastering of balustrade
- (scheepvaart) het achterste deel van het schip, het hek en wat daar bij behoort
Vertalingen
1. het geheel van staven etc. waardoor een hek wordt gevormd, rastering of balustrade
Gangbaarheid
- Het woord hekwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hekwerk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.