heethoofd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: heethoofd (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈhetoft/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈhetoft/
- (Limburg): /ˈheːthof/
Woordafbreking
- heet·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heet en hoofd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heethoofd | heethoofden |
verkleinwoord | heethoofdje | heethoofdjes |
Zelfstandig naamwoord
heethoofd v/m
- een persoon die snel boos wordt
- De jongen die zij met uitgaan had leren kennen bleek een enorme heethoofd te zijn.
Vertalingen
[1] een persoon die snel boos wordt
Gangbaarheid
- Het woord heethoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'heethoofd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.