havne

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˡhɑʋnə/
Woordafbreking
  • hav·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Afkomstig van het Noorse naamwoord hamn.
  • [B] Afkomstig van het Noorse naamwoord hafna.
Naar frequentie 4503
vervoeging
onbepaalde wijs havne
tegenwoordige tijd havner
verleden tijd havnet
havna
voltooid
deelwoord
havnet
havna
onvoltooid
deelwoord
havende
lijdende vorm havnes
gebiedende wijs havn
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking [A] + [B]

Werkwoord

[A] havne

  1. overgankelijk (om dieren) grazen, weiden
  2. overgankelijk (om mensen) vee op de wei hebben, vee laten weiden
Synoniemen
Synoniemen
  • [1-2] beite

Werkwoord

[B] havne

  1. onovergankelijk belanden
  1. «Bil kjørte av veien og havnet på taket ved E6 i Skjeberg.»
    Een Auto reed van de weg en belandde op het dak op de E6 in Skjeberg.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.