harnas
![](../I/m/KHM_Wien_S_XVI_-_Jousting_armour_of_John_the_Constant%2C_c._1497-1505%2C_front.jpg)
Een harnas.
Nederlands
Woordafbreking
- har·nas
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wapenrusting’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1250 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | harnas | harnassen |
verkleinwoord | harnasje | harnasjes |
Zelfstandig naamwoord
harnas o
- een wapenuitrusting gemaakt van metalen platen die het lichaam volledig of grotendeels bedekt
Vertalingen
1. een wapenuitrusting gemaakt van metalen platen die het lichaam volledig of grotendeels bedekt
Gangbaarheid
- Het woord harnas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'harnas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.