harkerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • har·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen harkerigharkerigerharkerigst
verbogen harkerigeharkerigereharkerigste
partitief harkerigsharkerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

harkerig [1]

  1. stijf en gedwongen
    • Het leest een beetje harkerig, maar het geeft toch een boeiende kijk in het leven van een domineesvrouw. De internering met vier kinderen in een jappenkamp. De repatriëring terwijl haar man (die al snel de bijnaam ’vliegende evangelist krijgt') achter blijft. Later het geworstel met de ontrouw van haar man. Haar scheiding. De problemen met haar twee zonen die na de oorlog werden geboren. [2] 
    • 'Parijs, december 2007' staat op de laatste pagina, wat de indruk wekt dat hij vorig jaar dit boek beëindigde. Maar het is alsof Cremer in die veertig jaar als schrijver geen ontwikkeling heeft doorgemaakt, wat het boek een ouderwets karakter geeft. Nog steeds hanteert Cremer een beperkt, harkerig idioom. Hij is steeds 'smoorverliefd', wacht vaak 'met kloppend hart' situaties af, negers zijn 'gitzwart', en dure jassen zijn altijd 'camelkleurig'. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord harkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.