hap af
Nederlands
Woordafbreking
- hap af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afhappen |
hap (…) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen
- Ik hap af.
- gebiedende wijs van afhappen
- Hap af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen
- Hap je af?
Gangbaarheid
- Het woord hap af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.