hangoor
Nederlands
Woordafbreking
- hang·oor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hangen ww en oor zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hangoor | hangoren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hangoor m [1]
- bijnaam voor een konijn of hond met lange oren
- "Cavia's, hamsters, hangoren worden vaak in een opwelling gekocht bij dierenspeciaalzaken en tuincentra. Die verkoop moet worden gestopt.Er moet bewust voor zo'n beestje worden gekozen, bij voorkeur via een van de overvolle knaagdierenopvangcentra.[2]
- De fokkerscombinatie Tijman uit Losser is er afgelopen weekend in geslaagd om het clubkampioenschap in de wacht te slepen op de 62ste clubshow van KVO 't Raskonijn in cafe Moatman in Oldenzaal. Een fraaie jonge Duitse hangoor voedster in de kleur konijngrijs werd met het predicaat 'Fraai'en 96,5 punten als beste dier aangewezen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord hangoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hangoor' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 01 sep. 2014
- Tubantia 20-NOVEMBER-2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.