hanenpoot
Nederlands
![](../I/m/Hanenpoot.jpg)
[2] hanenpoot
Woordafbreking
- ha·nen·poot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haan en poot met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hanenpoot | hanenpoten |
verkleinwoord | hanenpootje | hanenpootjes |
Zelfstandig naamwoord
hanenpoot m [2]
- lelijk en slecht leesbaar handschrift
- Het is geen opvolgend en volledig levensverhaal, dat gij moet verwachten, het zijn slechts bladen, die ik u laat kijken, zooals zij, een voor een of bij meerdere to gelijk omgeslagen, zich aan ons voordoen. Hoe zou ik ze u ook alle kunnen laten lezen? De eerste bladzijden zijn maar met hanepooten gevuld, van de overige zijn er, daar de inktkoker over is gevallen, sommige zijn er uit gescheurd; ook zijn er, die ik getracht heb uit te wisschen, maar die telkens weer opkomen, als eene oude vlak op een kleed; andere weder zijn to zeer in overstelpend geluk en verheffing geschreven, om niet bespot te worden in de dagelijksche wereld, want het staat zoo dom, gevoel to hebben, en het is alleronfatsoenlijkst het to toonen. [3]
- (plantkunde) (Echinochloa crus-galli) is een plant uit de grassenfamilie (Poaceae)
- de poot van een haan
Gangbaarheid
- Het woord hanenpoot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hanenpoot' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- hanenpoot op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Vosmaer, Mr. C. Vogels van diverse Pluimage 1892 pagina 61
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.