handwas
Nederlands
Woordafbreking
- hand·was
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en was
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handwas | handwassen |
verkleinwoord | handwasje | handwasjes |
Zelfstandig naamwoord
handwas m
- was die je niet in een wasmachine was, of die je laat wassen met het handwasprogramma van de wasmachine
- Met het wasmiddel Wheel hoopt de Nederlands-Britse onderneming omzet- en winstgroei in Azië en Zuid-Amerika te realiseren. Het product wordt met goedkope grondstoffen en in goedkope fabrieken geproduceerd. Het is bestemd voor de handwas want de doelgroep beschikt niet over een wasmachine. De prijs van het produkt twee zo laag als een vergelijkbaar wasmiddel in Nederland. [1]
Gangbaarheid
- Het woord handwas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'handwas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC 7 mei 1997
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.