handwas

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·was
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handwas handwassen
verkleinwoord handwasje handwasjes

Zelfstandig naamwoord

handwas m

  1. was die je niet in een wasmachine was, of die je laat wassen met het handwasprogramma van de wasmachine
    • Met het wasmiddel Wheel hoopt de Nederlands-Britse onderneming omzet- en winstgroei in Azië en Zuid-Amerika te realiseren. Het product wordt met goedkope grondstoffen en in goedkope fabrieken geproduceerd. Het is bestemd voor de handwas want de doelgroep beschikt niet over een wasmachine. De prijs van het produkt twee zo laag als een vergelijkbaar wasmiddel in Nederland. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord handwas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC 7 mei 1997
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.