handpomp
Nederlands
Woordafbreking
- hand·pomp
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en pomp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handpomp | handpompen |
verkleinwoord | handpompje | handpompjes |
Zelfstandig naamwoord
handpomp v/m [1]
- met de hand bediende pomp dit in tegenstelling tot de voetpomp en de een motor aangedreven pomp
- Ik heb op mijn fiets een handpomp, thuis heb ik een voetpomp.
- Een handpomp is in onderontwikkelde gebieden betrouwbaarder dan een elektrische pomp.
Gangbaarheid
- Het woord handpomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'handpomp' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.