handkus
Nederlands
Woordafbreking
- hand·kus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en kus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handkus | handkussen |
verkleinwoord | handkusje | handkusjes |
Zelfstandig naamwoord
handkus v/m
- kus op de hand als een elegante begroeting en eerbetuiging
- De koningin kreeg een handkus van haar onderdaan.
- kus op je eigen hand die je dan naar een ander blaast of werpt
- Tijdens het wegrijden van de trein gaven de geliefden elkaar handkusjes.
Gangbaarheid
- Het woord handkus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'handkus' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.