handgreep
Nederlands
Woordafbreking
- handĀ·greep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hand en greep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handgreep | handgrepen |
verkleinwoord | handgreepje | handgreepjes |
Zelfstandig naamwoord
handgreep m
- handvat, het deel van een voorwerp waarmee men het object kan verplaatsen, optillen of anderszins (met de hand) gebruiken of bedienen.
- Naargelang het voorwerp geeft men de handgreep soms een andere naam, die als synoniemen kunnen worden beschouwd
Gangbaarheid
- Het woord handgreep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'handgreep' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.