hakblok
Nederlands
Woordafbreking
- hakĀ·blok
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hak ww en blok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakblok | hakblokken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
hakblok o [1]
- werkbank, bestaande uit een zwaar blok hout waarop men kan hakken
- de slager legde het karbonaadje op het hakblok en begon er flink op te meppen
Gangbaarheid
- Het woord hakblok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hakblok' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.