haargroei
Nederlands
overmatige haargroei op rug en schouders
Woordafbreking
- haar·groei
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haar en groei
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | haargroei | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
haargroei m [1]
- het groeien van haar
- In de praktijk van diëtiste Dascha Willemsen komen mensen die ‘emotioneel eten’, mensen met darmklachten, mensen met verhoogde cholesterol of mensen met PCOS, een hormoonstoornis die vooral vrouwen treft: ze houden vocht vast, worden dikker, krijgen ongewenste haargroei. Al die mensen hebben advies nodig over hun dieet. [2]
- de groeikracht van haren
- Voor de heren: de Hairmax Laserband 82, ontworpen door het Italiaanse ontwerphuis Pininfarina. Hij zou door middel van rode laser haargroei moeten bevorderen. Kost wel 795 dollar.[3]
Verwante begrippen
- haargroeimiddel
Gangbaarheid
- Het woord haargroei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haargroei' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Frederiek Weeda 2 november 2011
- NRC 5 januari 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.