haargrens
Nederlands
![](../I/m/Sepia-toned_photograph_of_a_man_at_bust_length_in_a_suit_with_a_moustache_and_receding_hairline.jpg)
foto van een man met een terugtredende haargrens
Woordafbreking
- haar·grens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haar en grens
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haargrens | haargrenzen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
haargrens v/m
- daar waar de haargroei stopt, de lijn tussen het behaarde en onbehaarde deel van het gelaat
- Bij het boek hoort de documentaire Boudewijn Büch: Verdwaald tussen feit en fictie (Het uur van de wolf, NPO 2) van Leo de Boer. Die gaat vooral over Büchs grootste leugen: zijn overleden kind. In werkelijkheid had Büch geen zoon. Het kind van een vriendin, dat hij als zijn zoon presenteerde, blijkt ook geenszins overleden. ‘De kleine blonde dood’ leeft en is nu een veertiger met een bril en een terugtredende haargrens. In de documentaire zegt de ‘zoon’: „Ik heb mensen ontmoet die om me hebben gerouwd. Die een urn hebben betaald voor mij. Maar dat heb ik toch nooit geweten?” [1]
Gangbaarheid
- Het woord haargrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haargrens' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Wilfred Takken 15 november 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.