haardot
Nederlands
Woordafbreking
- haar·dot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haar zn en dot zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haardot | haardotten |
verkleinwoord | haardotje | haardotjes |
Zelfstandig naamwoord
haardot v/m [1]
- tot een bundel ineengedraaid haar, vastgestoken op het achterhoofd
- De hoge haardot haalt deze zomer zijn grote broer tevoorschijn. Kies voor een opvallende ballerinadot als u geen schrik heeft om een statement te maken. Maak eerst een strakke, hoge staart in het midden van uw kruin. Blaas er volume in met een verstevigende haarmousse en toupeer uw haren tot een wilde haardos. [2]
Gangbaarheid
- Het woord haardot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haardot' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard 11/06/2012 om 12:17 door Tamara De Mey Drie makkelijke haartrends voor de zomer
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.