haarbal
Nederlands
Woordafbreking
- haar·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van haar en bal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haarbal | haarballen |
verkleinwoord | haarballetje | haarballetjes |
Zelfstandig naamwoord
haarbal m
- (informeel) rare snuiter
- bolvormig lichaam in de maag ontstaan uit opgegeten haren aegagropilus
- Na een snel rondje Ajax, Wilders en Griekenland verlegde de klant het gesprek voorzichtig naar de kwaliteit van zijn haar. Kappers beginnen daar zelden uit zichzelf over, wat begrijpelijk is. Ze ademen al de hele dag haar, ze ruiken niet veel anders en ze moeten er ook nog van eten. Ik stel me voor dat ze, net als katten, thuis af en toe zo’n bevrijdende haarbal uitbraken. [2]
- bal gevuld met haar
- China badmintont massaal. Voor maoqiu (letterlijk haarbal) heb je tenslotte slechts twee rackets en een shuttle nodig en geen tafel of net. In Peking kan dat altijd en overal want de straten zijn breed en nog veel belangrijker: het waait bijna nooit. [3]
Gangbaarheid
- Het woord haarbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'haarbal' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- haarbal op website: Etymologiebank.nl
- NRC Frits Abrahams 16 januari 2012
- NRC Bettine Vriesekoop 15 juli 2008
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.