haaf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haaf
enkelvoud meervoud
naamwoord haaf haven
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

haaf v/m

  1. bezit.
    • Hij verspeelde huis en haaf. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord haaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.