grijpbaar
Nederlands
Woordafbreking
- grijp·baar
Woordherkomst en -opbouw
afleiding van naamwoord van handeling grijpen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grijpbaar | grijpbaarder | grijpbaarst |
verbogen | grijpbare | grijpbaardere | grijpbaarste |
partitief | grijpbaars | grijpbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grijpbaar
- wat fysiek of geestelijk te pakken of te begrijpen is
- - Uit het lange gras komen muizen die op het korte gras grijpbaar zijn.[1]
- - Hitler werd een soort spook (vager, minder grijpbaar) en marionet: door de studentenbeweging werd hij voor linkse Duitsers wat hij in de DDR altijd al was, marionet van het grootkapitaal. Voor weer anderen was hij juist een pion van Moskou geweest. [2]
Gangbaarheid
- Het woord grijpbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grijpbaar' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Koos Dijksterhuis NRC 3 augustus 2007
- Juurd Eijsvoogel NRC 4 juni 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.