grauwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • grau·wen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘snauwen’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • afgeleid van grauw met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
grauwen
grauwde
gegrauwd
zwak -d volledig

Werkwoord

grauwen [2] [3] [4]

  1. onovergankelijk grauw (grijs) worden [5]
  2. onovergankelijk snauwen [6]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

grauwen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord grauw

Gangbaarheid

  • Het woord grauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.