graspol

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gras·pol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord graspol graspollen
verkleinwoord graspolletje graspolletjes

Zelfstandig naamwoord

graspol v/m

  1. Samengegroeid klompje gras.
    • Een kraanvogelpaar maakt een nest in een graspol te midden van een moeilijk bereikbaar moeras. 

Gangbaarheid

  • Het woord graspol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.