graanschuur
Nederlands
![](../I/m/GRAANschuur_PMVD_F_F_42-6_-_Havelte_-_20484714_-_RCE.jpg)
graanschuur in Havelte
Woordafbreking
- graan·schuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van graan en schuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graanschuur | graanschuren |
verkleinwoord | graanschuurtje | graanschuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
graanschuur v/m [1]
- (landbouw) gebouw waarin men graan kan bewaren
- (figuurlijk) gebied dat veel graan oplevert voor een bepaalde regio wordt wel aangeduid als 'de graanschuur' van die regio
- De oorspronkelijke bewoners worden verjaagd. In Equatoria, doorgaans de graanschuur van Zuid-Soedan, mobiliseert de overheid milities om dorpen met vermeende sympathisanten van de oppositie aan te vallen.[2]
- Oost-Azië staat voor een race tegen honger en ondervoeding, voorspelt de VN-organisatie FAO. Steeds vaker mislukken oogsten door droogte en overstromingen. Australië wil de graanschuur van Azië worden, maar faalt.[3]
Gangbaarheid
- Het woord graanschuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Koert Lindijer 27 maart 2017
- Volkskrant VAN ONZE BUITENLANDREDACTIE 11 maart 2014
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.