gourmet

Niet te verwarren met: gourmette

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gourmet    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɡurˈmɛt/
Woordafbreking
  • gour·met
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘fijnproever’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • van Frans gourmet [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gourmet gourmets
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gourmet m

  1. (kookkunst) iemand die van lekker eten en drinken houdt en kleine verschillen in smaak kan opmerken
  2. (kookkunst) maaltijd waarbij ieder aan tafel zijn eigen eten met klein kookgerei uit aangeboden ingrediënten klaarmaakt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [2] gourmetstel
Opmerkingen
  • De woorden gourmettearmband en gourmetteketting zijn niet samengesteld met 'gourmet', maar met Frans gourmette.

Werkwoord

vervoeging van
gourmetten

gourmet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van gourmetten
  2. gebiedende wijs van gourmetten

Gangbaarheid

  • Het woord gourmet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • gour·met
enkelvoud meervoud
gourmet gourmets

Zelfstandig naamwoord

gourmet m

  1. fijnproever
Synoniemen

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.