gourmet
Nederlands
Woordafbreking
- gour·met
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘fijnproever’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
- van Frans gourmet [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gourmet | gourmets |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gourmet m
Synoniemen
- [1] fijnproever
- [1] foodie
- [1] gastronoom
- [1] lekkerbek
Afgeleide begrippen
- [2] gourmetstel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gourmetten |
gourmet
- enkelvoud tegenwoordige tijd van gourmetten
- gebiedende wijs van gourmetten
Gangbaarheid
- Het woord gourmet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gourmet' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Verwijzingen
- gourmet in: Diccionario de la lengua española op de website van de Real Academia Española
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.