gokschuld
Nederlands
Woordafbreking
- gok·schuld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gok en schuld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gokschuld | gokschulden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gokschuld v/m
- schuld ontstaan door het spelen van kansspelen
- Ook bij de tweede deelnemer, Marco (34) met een verleden als student economie en bedrijfskunde en gokschulden („in de zes cijfers”), zie je de waakzaamheid van iemand die op straat woont. Beiden kijken veel om zich heen en naar de camera, want je moet nu eenmaal ogen in de rug hebben. [1]
Gangbaarheid
- Het woord gokschuld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gokschuld' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Hans Beerekamp 26 oktober 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.