godvrezend
Nederlands
Woordafbreking
- god·vre·zend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van god zn en vrezend ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | godvrezend | godvrezender | godvrezendst |
verbogen | godvrezende | godvrezendere | godvrezendste |
partitief | godvrezends | godvrezenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
godvrezend [1]
- veel eerbied en angst hebben voor god en zijn geboden
- Enkele honderden parochianen demonstreerden zaterdagochtend in de anders zo godvrezende gemeente, om de pastoor duidelijk te maken dat hij beter kan vertrekken. Dat deden ze in stilte, omdat zij een nette, beschaafde demonstratie wilden houden, zo meldt Omroep Brabant. Toch liet een van de aanwezigen zich ontvallen in staat te zijn ’al zijn botten te breken.’[2]
- Jammeh zei aanvankelijk de uitslag te respecteren maar veranderde vrijdag van mening. Hij verklaarde nieuwe verkiezingen te willen uitschrijven. „Na grondig onderzoek heb ik besloten de verkiezingsuitslag te verwerpen.” Volgens Jammeh vonden er tijdens het stemmen ernstige onrechtmatigheden plaats. „Ik beveel nieuwe en transparante verkiezingen aan die worden voorgezeten door een godvrezende en onafhankelijke kiescommissie.”[3]
Gangbaarheid
- Het woord godvrezend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'godvrezend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 06 mei 2017
- de Telegraaf 10 dec. 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.