glazuren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gla·zu·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
glazuren
glazuurde
geglazuurd
zwak -d volledig

Werkwoord

glazuren

  1. overgankelijk met een laag glazuur bedekken
    • Die schaal moet eerst nog geglazuurd worden. 
  1. overgankelijk, (kookkunst) met een laag glanzende suiker bedekken
    • Deze taart is prachtig geglazuurd. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

glazuren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord glazuur

Gangbaarheid

  • Het woord glazuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.