glasfiber
Nederlands
Woordafbreking
- glas·fi·ber
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van glas en fiber
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | glasfiber | glasfibers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
glasfiber m [1]
- (informatica) een dunne draad van glas die gebruikt wordt in de telecommunicatie
- dunne draad van glas die men in een endoscoop gebruikt voor het vervoer van licht en beeld
- een dunne draad van glas die gebruikt wordt voor het verstevigen van materialen
- Halverwege de jaren zeventig deed het kunstgras zijn intrede. De vlakke en daarmee snelle ondergrond stelde nieuwe eisen aan de stick en leidde tot de introductie van kunststoffen als glasfiber, cevlar, graphite en polyester. De vezels werden in de lengterichting van de houten steel samengeperst met hars, bedoeld om de stick 'stijver' en 'stugger' te maken waardoor harder geslagen kon worden.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord glasfiber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'glasfiber' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.