gifwolk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gif·wolk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gifwolk gifwolken
verkleinwoord gifwolkje gifwolkjes

Zelfstandig naamwoord

gifwolk v / m

  1. (scheikunde) wolk van giftige stoffen
    • De gifwolk die op 3 december 1984 in Bhopal werd uitgestoten, kostte in korte tijd meer dan 2000 personen het leven en tastte de gezondheid van tussen de 150.000 tot mogelijk wel 600.000 andere mensen aan, waarvan later nog 6000 aan de gevolgen van de blootstelling zouden bezwijken 

Gangbaarheid

  • Het woord gifwolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.