gifkikker
Nederlands
Woordafbreking
- gif·kik·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gif en kikker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gifkikker | gifkikkers |
verkleinwoord | gifkikkertje | gifkikkertjes |
Zelfstandig naamwoord
gifkikker m
- (amfibieën) giftige kikker
- (figuurlijk) venijnig kwaadsprekend persoon
Afgeleide begrippen
- [1] pijlgifkikker
Gangbaarheid
- Het woord gifkikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gifkikker' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.