gestel
Nederlands
Woordafbreking
- ge·stel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘samenstel’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Naamwoord van handeling van stellen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gestel | gestellen |
verkleinwoord | - | - |
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
- gesteltak
Gangbaarheid
- Het woord gestel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gestel' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.