geleidebaken

• Geluid:  geleidebaken    (hulp, bestand)
• IPA: / ɣəˈlɛidəˌbakə(n) /

• ge·lei·de·ba·ken

• Het woord baken had oorspronkelijk ook als meervoud "baken". Dit heeft geleid tot het ontstaan van een enkelvoud baak met dezelfde betekenis [1].
  • enk: samenstelling van  geleide zn  en  baken zn 
  • mv: geleidebaak met uitgang -en

geleidebaken o

1. (scheepvaart) een van de twee lichten of andere zichtbare tekens die op één lijn in het verlengde van een rechte vaargeul zijn geplaatst, zodat je kan bijsturen zodra je ze niet meer recht boven elkaar ziet staan

1. • De achterste geleidebaken is hoger dan de voorste, om ze goed ineen te kunnen houden. [2]

2. (verkeer) wegmarkering in de vorm van een schuin rood-witgestreept langwerpig bord, in een rij op de grens van de rijbaan op plaatsen die tijdelijk onoverzichtelijk zijn

1. • In plaats van het gat direct te dichten en het betonnen paaltje te repareren, heeft de gemeente Eindhoven het probleem tijdelijk opgelost met een geleidebaken, een soort waarschuwingsbord. [3]

• 
  1. Een geleidebaken in Hoek van Holland.
• 
  2. Een geleidebaken van het type BB35-R

• geleidebaak

• Voor de bebakening van vaargeulen is de vorm "geleidebaken" het meest gebruikelijk, voor de wegbebakening is "geleidebaak" meer gangbaar.

• [1] loper
• [1] vaste licht

geleidebaken mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord geleidebaak (zowel 1. wegbebakening als 2. bebakening vaargeul)

1. • De rood-witte geleidebaken worden vaak geplaatst bij wegwerkzaamheden. [4]

• 
  1. Geleidebaken(s) bij een wegafzetting.
• 
  2. De twee geleidebaken(s) in Nantucket .
• 
  2. Links de twee geleidebaken(s) voor de rode lichtlijn bij Hoek van Holland .

• Het woord 'geleidebaken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.