geldschieter
Nederlands
Woordafbreking
- geldĀ·schieĀ·ter
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstellende afleiding van geld en de stam van schieten met het achtervoegsel -er (verg. voorschieten)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldschieter | geldschieters |
verkleinwoord | geldschietertje | geldschietertjes |
Zelfstandig naamwoord
geldschieter m
- iemand die bereid is iets te financieren
- Hij kon daarvoor geen geldschieter vinden.
Gangbaarheid
- Het woord geldschieter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geldschieter' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.