gekscheren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gekscheren (hulp, bestand)
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
gekscheren | gekscherend |
Woordafbreking
- gek·sche·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘spotten’ voor het eerst aangetroffen in 1701 [1]
- Verkorting van de gek scheren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gekscheren |
gekscheerde |
gegekscheerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
gekscheren [3]
- inergatief. de draak met iets steken, een grap maken
- "Dan zul je daar de Nobelprijs wel voor krijgen!" gekscheerde hij vrolijk.
Opmerkingen
- Vormen anders dan het onvoltooid deelwoord worden weinig meer gebruikt.
Afgeleide begrippen
- gekscheerder
Gangbaarheid
- Het woord gekscheren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gekscheren' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.