geestverwant
Nederlands
Woordafbreking
- geest·ver·want
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gelijkgezinde, medestander’ voor het eerst aangetroffen in 1864 [1]
- samenstelling van geest en verwant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geestverwant | geestverwanten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
geestverwant m
- een persoon met wie men een diepe verwantschap ervaart op het gebied van spiritualiteit.
- In de politieke partij vond hij zijn geestverwanten.
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geestverwant | geestverwanter | geestverwantst |
verbogen | geestverwante | geestverwantere | geestverwantste |
partitief | geestverwants | geestverwanters | - |
Gangbaarheid
- Het woord geestverwant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'geestverwant' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.