verwant

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·want
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘geparenteerd’ voor het eerst aangetroffen in 1588 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord verwant verwanten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

verwant m

  1. iemand waar men familiebanden mee heeft
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

stellendvergrotendovertreffend
onverbogen verwantverwanterverwantst
verbogen verwanteverwantereverwantste
partitief verwantsverwanters-

Bijvoeglijk naamwoord

verwant

  1. door familiebanden verbonden
  2. (figuurlijk) op een of andere wijze gerelateerd
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verwant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.