geestigheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gees·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geestigheid geestigheden
verkleinwoord geestigheidje geestigheidjes

Zelfstandig naamwoord

geestigheid v [2]

  1. een grappige opmerking,
    • Het antwoord onder zijn kin luidde: “nee, ben Morgan Freeman”. Een geestigheid die zeker op een glimlach mijnerzijds kon rekenen.[3] 
  1. het geestig, grappig zijn
    • Een weinig gezond verstand zou veel geestigheid wegvagen.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord geestigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.