geestelijkheid
Nederlands
![](../I/m/Religious_Leaders%2C_World_Economic_Forum_2009_Annual_Meeting.jpg)
geestelijkheid van verschillende religies
Woordafbreking
- gees·te·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van geestelijk met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geestelijkheid | geestelijkheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
geestelijkheid v [1]
- (religie) de gezamenlijke geestelijken (persoon die, vaak door een bepaalde religieuze wijding, de bevoegdheid heeft gekregen om godsdienstonderricht te geven en/of bepaalde gewijde handelingen te verrichten en/of religieuze bestuursfuncties uit te oefenen)
- Met steun uit Saoedi-Arabië werd een hele generatie in een buitenissige vorm van islam gedrenkt. Nu strijdt het rijk van Salman Al-Saud tegen zijn radicaalste discipelen: IS. Gaat hij ook hun ideologie - die van zijn geestelijkheid - bevechten?.[2]
Vertalingen
1. (religie) de gezamenlijke geestelijken (persoon die, vaak door een bepaalde religieuze wijding, de bevoegdheid heeft gekregen om godsdienstonderricht te geven en/of bepaalde gewijde handelingen te verrichten en/of religieuze bestuursfuncties uit te oefenen)
Gangbaarheid
- Het woord geestelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.