gedetineerde
Nederlands
Woordafbreking
- ge·de·ti·neer·de
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van gedetineerd met het achtervoegsel -e [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedetineerde | gedetineerden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gedetineerde m
- iemand die door de staat van zijn vrijheid beroofd is
- De gedetineerden kwamen in opstand tegen de slechte behandeling in de gevangenis.
- Een jeugdige bajesklant (18) heeft in de gevangenis van Wuppertal-Ronsdorf een twee jaar oudere medegedetineerde gewurgd. De twee vlogen elkaar tijdens een potje kaarten in de haren wegens een kleine speelschuld.[2]
Hyponiemen
- ex-gedetineerde, medegedetineerde
Vertalingen
- zie gevangene
Gangbaarheid
- Het woord gedetineerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedetineerde' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.