gebraad

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·braad
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van braden met het voorvoegsel ge- [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gebraad -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gebraad o [2] [3]

  1. (voeding) (kookkunst) stuk gebraden vlees
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • kalfsgebraad, lamsgebraad, ossengebraad, reegebraad, rundergebraad, uitgebraad, varkensgebraad, wildgebraad
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gebraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.