gastouderopvang
Nederlands
Woordafbreking
- gast·ou·der·op·vang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gastouder en opvang [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gastouderopvang | gastouderopvangen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
gastouderopvang m
- het tijdelijk opvangen door een ouder, meestal een vrouw, van andermans kinderen na schooltijd of bij ziekte (tegen een vergoeding)
Gangbaarheid
- Het woord gastouderopvang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.