garve

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gar·ve
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schoof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1170 [1]
  • sinds 1170 [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord garve garven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

garve v/m [3]

  1. een bos samengebonden graanhalmen, 6-8 garven vormen 1 schoof
  2. pacht die men betaalt in de vorm van een hoeveelheid garven (met name in de Achterhoek)
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • op de garve bouwen
landbouw bedrijven op gepachte grond

Gangbaarheid

  • Het woord garve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
30 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.