garve
Nederlands
Woordafbreking
- gar·ve
Zelfstandig naamwoord
garve v/m [3]
- een bos samengebonden graanhalmen, 6-8 garven vormen 1 schoof
- pacht die men betaalt in de vorm van een hoeveelheid garven (met name in de Achterhoek)
Uitdrukkingen en gezegden
- op de garve bouwen
landbouw bedrijven op gepachte grond
Gangbaarheid
- Het woord garve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'garve' herkend door:
30 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.