ganzenpas

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gan·zen·pas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ganzenpas ganzenpassen
verkleinwoord ganzenpasje ganzenpasjes

Zelfstandig naamwoord

ganzenpas m [1]

  1. (militair) paradepas waarbij het been hoog gestrekt wordt en de voet vervolgens met kracht wordt neergezet zonder de knieën te buigen
    • de nazi's paradeerden bij voorkeur in ganzenpas 

Gangbaarheid

  • Het woord ganzenpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.