ganzenpas
Nederlands
Woordafbreking
- gan·zen·pas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gans en pas met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ganzenpas | ganzenpassen |
verkleinwoord | ganzenpasje | ganzenpasjes |
Zelfstandig naamwoord
ganzenpas m [1]
- (militair) paradepas waarbij het been hoog gestrekt wordt en de voet vervolgens met kracht wordt neergezet zonder de knieën te buigen
- de nazi's paradeerden bij voorkeur in ganzenpas
Gangbaarheid
- Het woord ganzenpas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ganzenpas' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.