gaat uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gaat uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣat ˈœyt/
Woordafbreking
  • gaat uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitgaan

gaat (…) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgaan
    • Jij gaat uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgaan
    • Hij gaat uit. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van uitgaan
    • Gaat uit! 

Gangbaarheid

  • Het woord gaat uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.