gaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /xat/
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /χaːt/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣaːt/
Woordafbreking
  • gaat

Werkwoord

vervoeging van
gaan

gaat

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan
    • Jij gaat. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaan
    • Hij gaat. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van gaan
    • Gaat! 
Afgeleide begrippen
  • gaatring, gaatschijf, gaatstempel
Uitdrukkingen en gezegden
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.