fruitteelt
Nederlands
Woordafbreking
- fruit·teelt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fruit en teelt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fruitteelt | fruitteelten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
fruitteelt v/m
- de tak van tuinbouw die zich bezighoudt met het telen van fruit
- De Betuwe is bekend om haar fruitteelt.
Gangbaarheid
- Het woord fruitteelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fruitteelt' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.