frisling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fris·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van fris met het achtervoegsel -ling
enkelvoud meervoud
naamwoord frisling frislingen
verkleinwoord frislingetje frislingetjes

Zelfstandig naamwoord

frisling m

  1. (zoogdieren) jong van een everzwijn

Gangbaarheid

  • Het woord frisling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.