frame

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frame
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘raamwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord frame frames
verkleinwoord framepje framepjes

Zelfstandig naamwoord

frame o

  1. (werktuigbouwkunde) dragende constructie, raamwerk
  2. (fotografie) een stilstaand beeld uit een bewegende film
    • Normaliter bestaat één seconde film uit 24 frames per seconde, ofwel fps. 
Synoniemen
Hyponiemen
  • bajonetframe
  • buisframe
  • cameraframe
  • mainframe
  • parallelframe
  • peilframe
  • schroefframe
  • stelframe
  • stuurframe
  • subframe
  • tennisframe
Afgeleide begrippen
  • framehoogte, framenummer, frameprothese, framewerk, framewerken
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord frame staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.