frame
Nederlands
Woordafbreking
- frame
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘raamwerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frame | frames |
verkleinwoord | framepje | framepjes |
Zelfstandig naamwoord
frame o
- (werktuigbouwkunde) dragende constructie, raamwerk
- (fotografie) een stilstaand beeld uit een bewegende film
- Normaliter bestaat één seconde film uit 24 frames per seconde, ofwel fps.
Synoniemen
- [2] beeldje
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
- framehoogte, framenummer, frameprothese, framewerk, framewerken
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord frame staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'frame' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.