fragment

Nederlands

Uitspraak

Geluid: fragment (hulp, bestand)

Woordafbreking

frag·ment

Woordherkomst en -opbouw

Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gedeelte’ voor het eerst aangetroffen in 1787 [1]
Van het Engelse fragment

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fragment	fragmenten
verkleinwoord	fragmentje	fragmentjes

Zelfstandig naamwoord

fragment o

een gedeelte.
een stukje, een brok.

Verwante begrippen

brok, brokstuk, onderdeel, stuk

Hyponiemen

audiofragment, beeldfragment, beginfragment, filmfragment, geluidfragment, geluidsfragment, videofragment

Afgeleide begrippen

fragmentarisme

Vertalingen

1.

Engels: fragment ^(en), lump ^(en), piece ^(en)
Russisch: фрагмент ^(ru) m, часть ^(ru) v, кусок ^(ru) m

Siraya: pipi
Spaans: fragmento ^(es) m, trecho ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord fragment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fragment' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

"fragment" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.