fotoboek
Nederlands
Woordafbreking
- fo·to·boek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van foto en boek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fotoboek | fotoboeken |
verkleinwoord | fotoboekje | fotoboekjes |
Zelfstandig naamwoord
fotoboek o
- een boek waarin vooral foto's staan afgedrukt
- Voor haar fotoboek Border, a journey along the edges of Russia, reisde ze 60.000 kilometer langs de Russische grensgebieden (inclusief de wateren) en fotografeerde desolate plekken waar de restanten van het Sovjet-tijdperk - muurschilderingen, half vergane hamer-en-sikkelsymbolen - nog terug te vinden zijn. In hoeverre verwijzen die culturele en politieke overblijfselen nog naar de mensen die er nu wonen en werken? Dat is de voornaamste vraag die Gruzdeva in Border aankaart en uitwerkt in haar foto’s en dagboekaantekeningen. Het resultaat is een nuchtere én melancholische zoektocht. [1]
- een boek met lege bladzijden waarin met foto's kan plakken
- Wij hadden een groot fotoboek gekregen op onze trouwdag met foto's van onze families.
Gangbaarheid
- Het woord fotoboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fotoboek' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC Rosan Hollak 23 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.