foppen
Nederlands
Woordafbreking
- fop·pen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘voor de gek houden’ voor het eerst aangetroffen in 1639 [1]
- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
foppen |
fopte |
gefopt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
foppen [3]
- overgankelijk beetnemen
- het kind fopte zijn opa door het lege ei om te keren en die hem in een eierdopje geplaatst aan te bieden
Synoniemen
- op onschuldige wijze bedriegen, verschalken
Gangbaarheid
- Het woord foppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'foppen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.